Jaarverslag 2018

II.4 Toelichting op de balans van 31 december 2018

Algemene grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften zoals opgenomen in het Besluit
Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) en gelet op artikel 216 van de
Provinciewet en de Financiële verordening Drenthe 2012, waarin Provinciale Staten op 14-11-2012 de
uitgangspunten voor het financiële beleid, alsmede de regels voor het financiële beheer en voor de
inrichting van de financiële organisatie hebben vastgesteld.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening

Waardering van passiva en activa alsmede de bepaling van het resultaat vinden in principe plaats op
basis van historische kosten. Activa en passiva zijn opgenomen tegen nominale waarde. Baten en
lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben, onverschillig of zij tot
inkomsten of uitgaven in dat jaar hebben geleid. Baten en lasten worden daarbij verantwoord tot hun
brutobedrag. De waarderingsgrondslagen per balansonderdeel worden in het vervolg van deze
jaarrekening toegelicht.

Vaste activa

Vaste activa zijn bedoeld om de uitoefening van de werkzaamheid van de provincie duurzaam te
dienen.

Algemeen

Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vaste activa een toelichting gegeven. Alle bedragen in
de tabellen van deze paragraaf zijn gedeeld door € 1.000,--.

Immateriële vaste activa

Het BBV kent de volgende drie soorten immateriële vaste activa:
– De kosten die zijn verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio.
– De kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief.
– De bijdragen aan activa in eigendom van derden.

De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen van derden, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen.
Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het
boekjaar in aanmerking genomen.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden worden geactiveerd indien aan de volgende vereisten is
voldaan.
– Er is sprake van een investering door een derde.
– De investering draagt bij aan de publieke taak.
– De derde heeft zich verplicht tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals is
overeengekomen.
– De bijdrage kan door de provincie worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de
provincie anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering.

Op de geactiveerde bijdragen aan activa in eigendom van derden wordt afgeschreven, waarbij de
afschrijvingsduur maximaal gelijk is aan de verwachte gebruiksduur van de activa waarvoor de
bijdrage aan derden wordt verstrekt. Wij hanteren volgens de financiële verordening een maximale afschrijvingstermijn van 15 jaren.

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

Be bijdragen in activa in eigendom van derden zijn als volgt te specificeren:

(x € 1.000,--)

Boek-waarde
1-1-2018

Invest- eringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Afwaard- eringen

Boek-
waarde 31-12-2018

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

15.246

49

1.781

13.514

Materiële vaste activa

Materiële vaste activa zijn fysiek aanwezige activa. Het BBV kent de volgende soorten materiële vaste
activa:
– Investeringen met een economisch nut;
– Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan
worden geheven;
– Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut.

Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen
bijdragen aan het genereren van middelen. Alle investeringen met een economisch nut worden
geactiveerd.

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd en over de
gebruiksduur afgeschreven.

M.i.v. 1 januari 2015 geldt voor natuurruilgrond dat deze wordt gewaardeerd op basis van de
verkrijgingsprijs of de lagere marktwaarde. De natuurruilgronden die onder de materiële vaste activa zijn verantwoord, betreffen gronden die tijdelijk in bezit van de provincie Drenthe zijn. Het grootste gedeelte van deze voorraad blijft gedurende een langere periode in bezit en wordt in de tussentijd beheerd (verpacht aan de boeren, ingericht als natuur). Naar verwachting is in 2028 de grondpositie volledig afgelopen.

De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs
en de bijkomende kosten) of vervaardigingsprijs (de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en
hulpstoffen en de overige directe kosten), verminderd met de ontvangen subsidies en bijdragen die
direct gerelateerd zijn aan het actief, de jaarlijkse afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens
duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden
onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen.

Ten aanzien van investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut geldt tot aan
investeringsdatum 31 december 2016 dat eventuele bijdragen uit de reserves (BDU) in mindering zijn
gebracht op deze investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Ten aanzien van
investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden
geheven geldt dat vanuit de spaarcomponent van heffingen gevormde voorzieningen voor
toekomstige vervangingsinvesteringen met economisch nut in mindering zijn gebracht op de in het
boekjaar gepleegde investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een
heffing is geheven. Over het resterende bedrag wordt afgeschreven.

De op de oorspronkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs toegepaste jaarlijkse afschrijvingen
corresponderen met een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur (kortste
van de geschatte economische levensduur óf technische gebruiksduur) van de geactiveerde objecten
en voorzieningen.

Schattingswijziging

De gehanteerde afschrijvingstermijnen kennen hun basis in de Financiële verordening Drenthe 2012
(datum ondertekening inwerkingtredingsbesluit: 14 november 2012), maar in de begroting van 2019 zijn schattingswijzigingen hierop toegepast naar aanleiding van de in de praktijk gebleken werkelijke gebruiksduur van een aantal investeringen. Ook zijn daardoor enkele uitsplitsingen en toevoegingen gemaakt. Dit is gebeurd vooruitlopend op een nieuwe financiële verordening in 2019, waarbij de nieuwe financiële verordening als kapstok zal fungeren van een aantal beleidsnotities, die hieraan gekoppeld worden. In de begroting van 2019 is ook expliciet opgenomen dat we de uitgangspunten voor het afschrijven die in de begroting staan vermeld, ook toegepast gaan worden voor de Jaarstukken 2018. De bestaande (rest)boekwaarden zijn niet herrekend maar worden over de aangepaste verwachte gebruiksduur afgeschreven.

De afschrijvingen worden berekend volgens de lineaire of de annuïteitenmethode. Afschrijvingen geschieden daarnaast onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. Met afschrijven wordt begonnen in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin het actief technisch en financieel gereed is gekomen / is verworven. Op gronden wordt niet afgeschreven, tenzij de grond deel uitmaakt van een investering in de openbare ruimte met maatschappelijk nut. Eventuele boekwinsten bij inruil of afstoting van een kapitaalgoed zijn als incidentele bate in de jaarrekening verwerkt.

Nieuw is dat als gevolg van de wijziging in het BBV (Notitie materiële vaste activa) de lonen die worden ingezet voor investeringen per saldo niet meer mogen worden verantwoord als jaarlast. Het gaat hierbij om de directe projectkosten. Die lonen worden doorbelast naar investeringsprojecten. Bij overhead heb je een keuzevrijheid. We hebben ervoor gekozen om de overheadkosten niet toe te rekenen aan investeringen.

Duurzame waardevermindering van vaste activa

Afwaardering van bedrijfseconomisch vastgoed vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager
is dan de boekwaarde. Lagere taxatiewaarden dan de boekwaarden van onroerende zaken zijn hierbij
als duurzame waardedaling in aanmerking genomen. Afwaardering van maatschappelijk vastgoed
vindt plaats indien de directe opbrengstwaarde lager is dan de boekwaarde en er ten opzichte van de
huidige functie geen (bestuurlijke) intentie is voor duurzame exploitatie.

Buiten gebruik gestelde vaste activa

Indien een vast actief buiten gebruik is gesteld, heeft op het moment van buitengebruikstelling een
afwaardering van de boekwaarde plaatsgevonden naar de lagere restwaarde.

Afschrijvingen

De volgende afschrijvingstermijnen gelden.

Investering

Afschrijvingstermijn (in jaren)

Gronden en terreinen

n.v.t.

Woonruimten

50

Gebouwen (grote verbouwing: aansluiten bij restant afschrijving)

50

Verbouwing/revitalisering

20

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken, waaronder:

- sluizen

90

- bruggen en viaducten

90

- (voorzieningen bij) waterwegen

30

- (aanleg van) wegen

20

- rotondes en verkeersdrempels e.d.

20

- betonnen beschoeiingen

50

Vervoersmiddelen

5

Machines, apparaten en installaties lang

30

Machines, apparaten en installaties middel

15

Machines, apparaten en installaties kort

10

Overige materiële vaste activa, waaronder:

- inventarissen (waaronder meubilair)

10

- schilderijrekken

20

- isolatieglas

20

- audio/videoapparatuur en telefooncentrale

8

- multimedia, beveiligscamera's

5

- automatisering (ICT-systemen)

4

- software

4

- tablets

4

- smartphnes

2

Immateriële activa

maximaal 5

m.u.v. bijdragen aan activa in eigendom van derden

maximaal 15

(Het gebruiksrecht voor onbepaalde duur op) software is als afzonderlijk actief opgenomen onder de
materiële vaste activa als investering met economisch nut.

De lasten samenhangend met de uitvoering van klein en groot onderhoud en het baggeren van
watergangen zijn niet levensduurverlengend en zijn daarom niet geactiveerd, maar direct ten laste
van de exploitatie of de gevormde voorziening gebracht.

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de materiële vaste activa gedurende
het jaar.

(x € 1.000,--)

Boek-waarde 01-01-2018

Invest- eringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Af-waard- eringen

Boekwaarde 31-12-2018

Investeringen met economisch nut

Gronden en terreinen

22.083

14.497

10.108

26.472

Bedrijfsgebouwen

0

130

60

70

Machines, apparaten en installaties

3.609

977

1.129

3.457

(x € 1.000,--)

Boek-
waarde
1-1-2018

Invest- eringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen

Bijdragen van derden

Afwaard- eringen

Boek-
waarde
31-12-2018

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut vanaf 1-1-2017 (“nieuwe” wetgeving)

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

29

2.846

105

2.770

Bedrijfsgebouwen

0

1.682

16

1.666

Machines, apparaten en installaties

0

312

55

257

Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut tot 1-1-2017 (“oude” wetgeving))

Grond-, weg- en waterbouwkundige werken

66.256

13.961

3.835

860

75.522

Bedrijfsgebouwen

25.126

1.205

23.921

Machines, apparaten en installaties

6.006

411

698

34

5.685

 

Presentatiewijziging investeringen in materiële vaste activa

Artikel 20 en 35 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) bepaalt dat bij de investeringen onderscheid moet
 worden gemaakt in investeringen met een economisch nut en met een maatschappelijk nut.
Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het
genereren van middelen. In de Notitie materiële vaste activa (december 2017) heeft de BBV-commissie dit nader
uitgewerkt door aan te geven dat bij vastgoed alleen sprake is van economisch nut, als de bestuurlijke intentie
aanwezig is om op korte termijn het vastgoed te gaan verkopen. Anders moet het onder het
maatschappelijk nut worden geplaatst. Deze wijziging hebben we nu toegepast in de bovenstaande verloop-
overzichten. Daarbij zijn alle activa die aan het gebouw vastzitten als onderdeel van het vastgoed genomen.
De verdeling van het soort nut is, zoals vereist, ook in de beginbalans aangepast. Als gevolg hiervan zijn
de investeringen in activa met economisch nut per 1 januari 2018 afgenomen met € 30,5 miljoen en zijn de
investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut met eenzelfde bedrag toegenomen.
Deze aanpassing is verwerkt in de beginbalans. De vergelijkende cijfers zijn in overeenstemming met het
BBV niet aangepast.

De boekwaarde van de materiële vaste activa is ten opzichte van 31 december 2017 toegenomen met
€ 16.711.000,--. De loontoerekening aan investeringsprojecten bedroeg € 2.114.000,-- in 2018.
De boekwaarde van de ruilgronden is gestegen met € 4,3 miljoen en van grond, weg en waterbouwkundige
werken met € 12,4 miljoen. De investeringen met betrekking tot grond-, weg- en waterbouwkundige werken
hebben betrekking op investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. De
investeringen die betrekking hebben op de bedrijfsgebouwen, vervoersmiddelen en machines,
apparaten en installaties hebben deels betrekking op investeringen met een economisch nut en deels op
maatschappelijk nut.

Verder verwijzen we naar paragraaf III.1.1 Investeringen voor een specificatie van de investeringen.
Provincie Drenthe kent geen investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de
kosten een heffing kan worden geheven. De kapitaallasten van investeringen die worden gefinancierd
uit het krediet Investeringen verkeer en vervoer worden gedekt door de bestemmingsreserve
Investeringen verkeer en vervoer. Onder de categorie gronden en terreinen is het, in het kader van het
natuurpact voor nul euro, overgedragen voormalig rijksbezit van Bureau Beheer Landbouwgronden
(BBL) verantwoord, de nieuwe verwerving van ruil- en natuurgronden (terreinen binnen het natuur
netwerk Nederland) minus de verkochte ruilgronden en terreinen binnen het natuur netwerk Nederland
aan terreinbeheerders en of particulieren.
De voorraad per 31 december 2018 bedroeg 2.115 ha voor een boekwaarde van € 26,5 miljoen. Wij
verwijzen u verder naar de paragraaf 1.2.7 Grondbeleid voor een nadere toelichting op deze
grondpositie.

Financiële vaste activa

Het BBV kent de volgende soorten financiële vaste activa:
- kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen, gemeenschappelijke regelingen en overige verbonden
partijen;
- leningen aan openbare lichamen, woningbouwcorporaties, deelnemingen en overige verbonden
partijen;
- overige langlopende leningen;
- uiteenzettingen in ‘s Rijks schatkist met rentetypische looptijd van één jaar of langer;
- uiteenzettingen in de vorm van Nederlands schuldpapier met een rentetypische looptijd van één jaar
of langer;
- overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer.

De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de oorspronkelijke verkrijgingsprijs (de inkoopprijs
en de bijkomende kosten), de jaarlijkse aflossingen, afschrijvingslasten en afwaarderingen wegens
duurzame waardeverminderingen. Duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden
onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. Waar nodig is een voorziening gevormd voor verwachte oninbaarheid of incourantheid van de verstrekte lening. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de marktwaarde van de aandelen daalt tot onder de verkrijgingsprijs, vindt afwaardering naar deze lagere marktwaarde plaats.

Het onderstaande overzicht geeft het verloop weer van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2018:

(x € 1.000,--)

Boek- waarde 1-1-2018

Invest- eringen

Desinves- teringen

Afschrij- vingen/ aflossingen

Waardever-mindering

Boek- waarde 31-12-2018

Kapitaalverstrekkingen aan:

- deelnemingen

26.126

1.353

24.773

Leningen aan:

- openbare lichamen

47.000

47.000

- deelnemingen

7.984

7.984

Overige langlopende leningen

48.354

45.931

6.223

348

87.714

Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer/Obligaties

26.877

7.000

-61

19.938

Kapitaalverstrekkingen en deelnemingen

De provincie Drenthe bezit belangen in diverse instellingen. Deze effecten zijn bestemd om duurzaam
ten dienste van de eigen bedrijfsuitoefening te staan.

De volgende belangen zijn per 31 december 2018 in het bezit van de provincie Drenthe.

Specificatie deelnemingen

( x 1.000)

aandelen

Intrinsieke waarde

Boekwaarde per 31-12-18

Stille reserve

Nominale waarde

NV Bank Nederlandse Gemeenten

87.750

7.382

199

7.183

219

Groningen Airport Eelde

2.760

3.966

p.m.

3.966

1.242

Nederlandse Waterschapsbank

40

1.097

4

1.093

5

Enexis Holding NV

3.549.845

90.308

4.323

85.985

3.550

Vordering op Enexis BV

47.433

1

1

Verkoop Vennootschap BV

45.621

4

4

CBL Vennootschap BV

45.621

3

3

CSV Amsterdam BV

45.621

20

20

Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV

3.414.335

37

37

34.143

Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij

19.062

20.128

8.650

NV Waterbedrijf Drenthe

973

22.372

18

22.354

49

Drentse Holding BV (MKB Fonds Drenthe)

100

10.652

100

10.552

100

De dividendopbrengsten moeten worden verantwoord in het jaar waarin het recht op het ontvangen
van dividend ontstaat. Omdat de algemene vergadering van aandeelhouders pas in het jaar t+1 beslist over het dividend, moet het dividend worden verantwoord in de jaarrekening van het jaar t+1. Op basis hiervan is het dividend opgenomen, dat in 2018 is ontvangen. De aandelen zijn op de balans opgenomen tegen de verkrijgingsprijs. Bij Vordering op Enexis BV, Verkoop Vennootschap BV, CBL Vennootschap BV en CSV Amsterdam BV is geen boekwaarde vermeld omdat de verkrijgingsprijs van het aandelenpakket één euro was. Om inzicht te geven in een reëlere waarde is tevens de stille reserve die in de waarde van de aandelen verscholen zit, aangegeven. Deze waarde is berekend door rekening te houden met de intrinsieke waarde van de deelnemingen en de verhouding van het aandelenbezit van de provincie t.o.v. de andere aandeelhouders. De aandelen van Groningen Airport Eelde NV zijn p.m. gepresenteerd, aangezien de waarde van deze aandelen lager is dan de nominale waarde.

Aandelen NOM

Als gevolg van tegenvallende resultaten in de totale portefeuille van deelnemingen/participaties van de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) is de marktwaarde van het aandeel van de provincie in de NOM ultimo 2018 lager dan de oorspronkelijke verkrijgingsprijs van € 21,5 miljoen. Hiervoor is ten laste van de Risicoreserve een voorziening getroffen voor de lagere marktwaarde voor een bedrag van € 1,35 miljoen.

Bij de waardering van de aandelen van de NOM (en de ultimo 2018 getroffen voorziening voor de lagere marktwaarde) is rekening gehouden met de in het addendum d.d. 16 november 2016 overeengekomen afspraken met het Rijk, zoals dat bij de aankoop van de aandelen in de NOM van het Rijk in 2016 is vastgelegd. In dit addendum is met het Rijk overeengekomen dat een daling van de benaderde marktwaarde van een deel van de participaties van de NOM na de overnamedatum (zijnde 1 januari 2016) bij verkoop van de betreffende participatie(s) door de NOM wordt verrekend met het Rijk als correctie op de koopsom van het in 2016 verworven aandelenbelang. Daarnaast is met het Rijk overeengekomen dat een stijging van de benaderde marktwaarde van een deel van de participaties van de NOM na de overnamedatum (zijnde 1 januari 2016) bij verkoop van de betreffende participatie(s) door de NOM voor een deel toekomt aan het Rijk.

Leningen aan openbare lichamen (artikel 1 van de wet fido)

De door de provincie verstrekte leningen aan openbare lichamen, als bedoeld in artikel 1, onderdeel a,
van de Wet financiering decentrale overheden, zijn als volgt te specificeren.

Specificatie leningen aan gemeenten

(x € 1.000,--)

Stand 1 januari 2018

Verstrekte leningen

Aflossing

Stand 31 december 2018

Rente

Gemeente Smallingerland

5.000

5.000

38

Gemeente Velsen

10.000

10.000

158

Gemeente Amsterdam

10.000

10.000

120

Gemeente Maassluis

7.000

7.000

36

Gemeente Oosterhout

5.000

5.000

19

Gemeente Etten-Leur

10.000

10.000

41

Overige langlopende leningen en uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer

De door de provincie verstrekte overige langlopende geldleningen zijn als volgt te specificeren.

(x € 1.000,--)

Stand 1 januari 2018

Verstrekte leningen

Aflossing

Af-waardering

Conversie

Stand 31 december 2018

Rente

Hypotheken ambtenaren

9.491

4.778

4.713

200

RTV Drenthe

2.155

216

1.940

16

Leningen via NRF

3.337

2328

272

5.393

39

Gemeente Emmen (DPE Next)

5.700

300

5.400

162

Zonneleningen SVN

6.314

2.723

9.037

Asbestdaken SVN (verstrekt aan derden)

0

1.809

26

1.783

Prolander ICT-investeringen

933

467

467

0

Pro rata aandeelhouderslening Tranche D op Enexis BV

317

317

0

Stichting Energy Challenges*

373

25

-348

0

Noordelijk Lokaal Duurzaam Energie (Provincie Fryslan)

150

44

106

7

Breedband Eco-Oostermoer

190

10

180

3

Coöperatie De Kop Breed Roderwolde

2.100

2.100

23

Agrarisch Natuurbeheer (Het Drents Collectief)

638

638

0

Bio Energy Hartlief-Lammers BV

143

29

114

Landbouwbedrijf De Jong

84

11

74

Maatschappij van Weldadigheid

855

48

808

17

Coöperatie Breedband Noordenveld Zuidwest (t.b.v. wit gebied)

3.124

388

3.512

28

Coöperatie Breedband Noordenveld Zuidwest (t.b.v. grijs gebied)

426

53

479

19

Coöperatie Sterk Midden-Drenthe UA (t.b.v. wit gebied)

5.424

2.076

7.500

48

Coöperatie Sterk Midden-Drenthe UA (t.b.v. grijs gebied)

1.988

762

2.750

99

Glasvezel De Wolden

4.613

4.387

9.000

59

Kredietunie Noord Drenthe U.A.

0

50

50

1

Re-Net glasvezel Hoogeveen

0

2.155

2.155

4

Drentse Energie Organisatie (DEO)

0

29.200

29.200

0

Verstrekte geldleningen (deposito's)

26.877

7.000

-61

19.938

957

* In de post Stichting Energy Challenges van de verstrekte langlopende geldleningen is per 31-12-2018 rekening gehouden met een voorziening voor eventuele oninbaarheid van € 348.000,--.

Vlottende activa

Voorraden

Boekwaarde

Boekwaarde

31-12-2018

31-12-2017

Onderhanden werk voor derden

0

-61

Voorraad VVV-bonnen

9

4

Onderhanden werk voor derden

De onderhanden werken zijn opgenomen tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, verminderd met eventuele opbrengsten.

Voorraad VVV-bonnen

Deze voorraad is gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs.

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar worden gewaardeerd tegen
nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening gevormd. Deze voorziening wordt statisch bepaald.

De post uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar wordt onderscheiden in:

(x € 1.000,--)

Stand 31 december 2018

Voorziening oninbaarheid

Boekwaarde 31 December 2018

Boekwaarde 31 december 2017

Vorderingen op openbare lichamen

10.009

10.009

9.818

Rekening-courantverhoudingen met het Rijk

149.488

149.488

185.111

Overige vorderingen

7.184

4.948

2.236

7.724

Op de overige vorderingen is een voorziening voor mogelijke oninbaarheid in mindering gebracht van
€ 5.296.000,--. Van het saldo van overige vorderingen op 31 december 2018 resteert per 4 februari 2019 € 8.786.162,-- .

Schatkistbankieren

Drempelbedrag

In principe dienen alle overtollige middelen in de schatkist te worden aangehouden. Er zijn echter enkele uitzonderingen. Eén daarvan is het drempelbedrag. Dat is een minimumbedrag (afhankelijk van de omvang van de decentrale overheid) dat gemiddeld per kwartaal buiten de schatkist mag worden gehouden. Voor de provincie Drenthe is dat voor 2018 € 2.098.000,--.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren

Het drempelbedrag is bedoeld om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen: niet elke laatste euro
hoeft in de schatkist te worden aangehouden. In principe hoeven dus alleen de liquide middelen die
boven het drempelbedrag uitgaan in de schatkist te worden aangehouden. In 2018 hebben geen
overschrijdingen plaatsgevonden van het drempelbedrag. In onderstaande tabel is te zien wat de
benutting van het drempelbedrag schatkistbankieren gedurende de vier kwartalen 2018 is geweest.

Berekening benutting drempelbedrag schatkistbankieren

(x € 1.000,--)

Verslagjaar

(1)

Drempelbedrag

2.098

2.098

2.098

2.098

(2)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen

1

5

9

5

(3a)=(1)>(2)

Ruimte onder het drempelbedrag

2.097

2.093

2.089

2.093

(3b)=(2)<(1)

Overschrijding van het drempelbedrag

(1) Berekening drempelbedrag

(4a)

Begrotingstotaal verslagjaar

279.707

(4b)

Het deel van het begrotingstotaal dat kleiner of gelijk is aan 500 miljoen

279.707

(4c)

Het deel van het begrotingstotaal dat de 500 miljoen te boven gaat

0

(1)=(4b)*0.0075+(4c)*0,002 met een maximum van €250.000,-

Drempelbedrag

2.098

(2) Berekening kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen

(5a)

Som van de per dag buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen (negatieve bedragen tellen als nihil)

61

480

847

466

(5b)

Dagen in het kwartaal

90

91

92

92

(2a)-(5a)/(5b)

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten ’s Rijks schatkist aangehouden middelen

1

5

9

5

Liquide middelen

De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

(x € 1.000,--)

Boekwaarde 31 december 2018

Boekwaarde 31 december 2017

Kassaldo

Kas

Banksaldi

ABN-Amro

0

907

Groenfonds op Drentse Maat

1.148

1.218

Groenfonds Eerste bebossing landbouwgrond

885

945

Groenfonds Klimaatbos Drenthe

366

367

Nationaal Restauratiefonds Hypotheken

1.525

2.178

Nationaal Restauratiefonds Subsidies

5

5

ING

5

1

ING Beleggingsrekening

1

1

Nationaal Restauratiefonds Uitvoeringsprogramma Koloniën van Weldadigheid

802

802

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten Energiebesparing Provincie Drenthe

222

237

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten Duurzaamheidsrekening Provincie Drenthe/Assen

29

29

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten Energiebesparing Gemeente Meppel

63

51

Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse GemeentenSanering asbestdaken

2.719

0

Overlopende activa

De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

De in de balans opgenomen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan zijn door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel kunnen als volgt worden gespecificeerd.

(x € 1.000,--)

Saldo
31 december 2017

Saldo
31 december 2018

De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, nog te ontvangen van:

Europese overheidslichamen

Het Rijk

Overige Nederlandse overheidslichamen

2.616

3.785

Overige nog te ontvangen bedragen

20.550

19.750

Vooruitbetaalde bedragen die ten laste van volgende begrotingsjaren komen

6.229

11.537

(x € 1.000,--)

Saldo
1 januari 2018

Toevoegingen

Ontvangen bedragen

Saldo
31 december 2018

Europese overheidslichamen

Het Rijk

Overige Nederlandse overheidslichamen

Open Bedrijven Dag Drenthe

6

6

0

Energiepotentie oppervlaktewater

14

14

0

Provinciaal Werkgelegenheidsregister

24

22

24

22

Bodemsaneringen

865

179

1.044

Deltaplan Agrarische Waterbeheer (deel Waterschap)

671

671

nog te ontvangen rente verstrekte geldleningen gemeenten

103

103

DVO OV-Bureau

15

15

Renovatie gemaal Eefde

11

11

Nog te ontvangen rente en aflossing lening NLD

0

44

44

RVO beschikking provincie Groningen

68

68

Topdutch NOM (aandeel andere provincies)

99

99

POP3

1.708

1.708

Vaste passiva

Algemeen

Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vaste passiva een toelichting gegeven.

De vaste passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij bij het betreffende balanshoofd
anders staat vermeld. Alle bedragen in de tabellen van deze paragraaf zijn gedeeld door € 1.000,--.

Eigen vermogen

Boekwaarde

Boekwaarde

31 december 2018

31 december 2017

Reserves, gespecificeerd naar:

– algemene reserve

46.863

36.485

– bestemmingsreserve

322.473

313.233

Het gerealiseerde resultaat volgend uit het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening

34.506

21.644

In het BBV worden reserves omschreven als vermogensbestanddelen die als eigen vermogen zijn aan
te merken en die vanuit bedrijfseconomisch oogpunt vrij te besteden zijn. De vaststelling van de
noodzakelijke omvang van reserves is een zaak van Provinciale Staten. Daarom worden reserves ook
wel onderverdeeld in algemene en bestemmingsreserves. Zodra Provinciale Staten aan een reserve
een bepaalde bestemming hebben gegeven, is er sprake van een bestemmingsreserve. Om die reden
kunnen bestemmingsreserves naar de situatie ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen.
Heeft een reserve geen bestemming dan wordt het een algemene reserve genoemd. Zowel reserves
als voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Een gedetailleerd overzicht van alle
reserves is opgenomen aan het eind van deze paragraaf.

Voorzieningen

Voorzieningen behoren tot het vreemd vermogen (schulden) van de provincie. Om die reden kunnen voorzieningen naar de situatie per ultimo verslagjaar geen negatieve stand kennen. Voorzieningen worden gewaardeerd op de contante waarde/het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies.
Voorzieningen worden gevormd indien er sprake is van:
Verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten.
Op de balansdatum bestaande risico’s ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten.
Kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.
Bijdragen (spaarcomponent) aan toekomstige vervangingsinvesteringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing wordt geheven.
Middelen verkregen van derden, die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen verkregen van Europese en Nederlandse overheidslichamen met een specifiek bestedingsdoel, die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren.

De vorming van een voorziening, dan wel een dotatie aan een reeds bestaande voorziening, is als een last in het betreffende boekjaar verantwoord. Alle aanwendingen aan voorzieningen zijn rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht en in het verslagjaar niet ten laste van de exploitatie verantwoord.
Aan voorzieningen ter egalisatie van (onderhouds)lasten van kapitaalgoederen over meerdere begrotingsjaren ligt een actueel (beheer)plan ten grondslag. Uitgevoerd achterstallig onderhoud is daarbij ten laste van de exploitatie verantwoord. Deze lasten zijn niet ten laste van de gevormde voorziening gebracht.
Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Voor het bepalen van het “jaarlijks vergelijkbaar volume” is een tijdsperiode van vier jaar gehanteerd.

Vlottende passiva

Algemeen

Hieronder is bij de diverse onderdelen van de vlottende passiva een toelichting gegeven.

De vlottende passiva zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij bij het betreffende balanshoofd
anders staat vermeld. Alle bedragen in de tabellen van deze paragraaf zijn gedeeld door € 1.000,--.

Netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar

De netto-vlottende schulden met een rentetypische looptijd korter dan één jaar zijn gewaardeerd tegen nominale waarde.

31 december 2018

31 december 2017

Ontwikkeling

Overige schulden

9.051

10.063

-1.012

Rekening-courantsaldi

14.555

27.339

-12.784

Het openstaande bedrag aan crediteuren, dat onder overige schulden is gerangschikt, is per
31 december 2018 € 8.272.000,--. In dit bedrag is het crediteurensaldo van Prolander (bedrijf 3
Drenthe) van € 207.000,-- opgenomen. Van het totale saldo crediteuren op 31 december 2018 resteert
per 4 februari 2019 nog € 215.453,--.

De saldi van diverse rekening-courantrekeningen hebben voornamelijk betrekking op Europese of
regionale projecten, waarvoor de provincie de administratie voert. De posten met het grootste saldo
betreffen de rekening-courantrekeningen Aandeelhouders NOM. Daar staat een bedrag van
€ 12.235.000,-- beschikbaar. Dit betreft een saldo van de zgn. “terugploegkorting” dat bedongen is bij de aankoop van de aandelen van de NOM. Dat bedrag zal door de aandeelhouders van de NOM worden besteed ter stimulering van het (innovatieve) MKB in Noord-Nederland en staat bij de provincie tijdelijk op de rekening.

31 december 2018

31 december 2017

Ontwikkeling

Aandeelhouders NOM

2.568

3.409

-841

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting gezamenlijk)

2.141

4.850

-2.710

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting Groningen)

1.100

4.850

-3.750

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting Friesland)

100

4.850

-4.750

Aandeelhouders NOM (terugploegkorting Drenthe)

4.850

4.850

0

Overlopende passiva

(x € 1.000,--)

Saldo
31 december 2017

Saldo
31 december 2018

Verplichtingen die in het begrotingsjaar zijn opgebouwd en die in een volgend
begrotingsjaar tot betaling komen, met uitzondering van jaarlijks terugkerende
arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume

74.634

63.404

De voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel, nog te ontvangen van:

Europese overheidslichamen

Het Rijk

2.973

1.986

Overige Nederlandse overheidslichamen

31.985

26.924

Overige vooruit ontvangen bedragen die ten bate van volgende begrotingsjaren komen

11.380

11.809

De in de balans opgenomen vooruit ontvangen voorschotbedragen voor specifieke uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren kunnen als volgt worden gespecificeerd.

(x € 1.000,--)

Saldo
1 januari 2018

Ontvangen bedragen

Vrijgevallen bedragen

Terug betalingen

Saldo
31 december 2018

Europese overheidslichamen

Het Rijk

Bodemsaneringen

2.205

219

1.986

Regionaal Sectorplan Vrijetijdssector Drenthe

768

768

0

Overige Nederlandse overheidslichamen

Regionaal Mobiliteitsfonds RSP

29.568

8670

20.898

Bedrijvenregeling

0

1.161

1161

Prolander

896

473

423

Bodemsaneringen

755

755

Grondig boeren met mais 3

24

24

Energiepotentie oppervlaktewater

8

8

0

Verplaatsen borden gemeente Westerveld

0

5

5

Gemaal Eelde

50

19

31

Verkeers- en vervoersberaad

685

2.942

3627

Niet in de balans opgenomen rechten/verplichtingen

Recht op verliescompensatie in het kader van de vennootschapsbelasting

Op dit moment is bij provincie Drenthe geen sprake van belastbare activiteiten in het kader van de
vennootschapsbelasting. Dit betekent dat geen sprake is van recht op verliescompensatie in het kader van vennootschapsbelasting.

Aan natuurlijke en rechtspersonen verstrekte borgstellingen of garantstellingen

Voor zover leningen door de provincie gewaarborgd zijn, is buiten de balanstelling het totaalbedrag
van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen.

(x € 1.000,--)

Aard

Oorspronkelijk bedrag

Restant 1 januari 2018

Saldo Restant 31 december 2018

Betalingen gedurende 2018

St. Provinciale Bibliotheek te Assen

Borg

454

58

30

St. Provinciale Bibliotheek te Assen

Borg

839

165

112

Lentes Groningen (St.GGZ Groningen)

Borg

4.112

567

425

Hendrik van Boeijenoord (St.GGZ Drenthe)

Borg

3.950

988

0

St Interzorg Noord Nederland

Borg

998

45

0

(x € 1.000,--)

Aard

Oorspronkelijk bedrag

Restant 1 januari 2018

Saldo Restant 31 december 2018

Betalingen gedurende 2018

Regionaal Sectorplan Vrijetijdssector Drenthe,

Garantie

640

640

0

Stichting Nationaal Energiebespaarfonds
(NEF) garantie ‘Expeditie naar energieneutraal wonen in Drenthe’.

Garantie

100

100

Triodosbank

1200

1200

Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de provincie voor toekomstige jaren is verbonden

Op grond van artikel 53 van het BBV worden in de toelichting bij de balans opgenomen de niet in de
balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de provincie voor toekomstige jaren
is gebonden.

Overeenkomsten

Niet in de balans opgenomen belangrijke financiële verplichtingen waaraan de gemeente voor toekomstige jaren is verbonden

Catering

91

Beveiliging, receptie en telefonie

236

Drukwerkmachines

150

Schoonmaak

268

Autolease en autohuur

374

Verzekeringen

181

Accountantskosten

93

Gas, water en elektriciteit

270

Onderhoud hard- en software

2.184

Arbeidskosten gerelateerde verplichtingen

Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen
voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. Deze personele lasten worden
verantwoord in het jaar waarin de uitbetaling plaatsvindt. Daarbij moet worden gedacht aan
overlopende vakantiegeld- en (spaar)verlofaanspraken.

Bestuursakkoord Natuur

Functiewijziging

27.701.237

Inrichting

0

Agrarisch natuurbeheer

11.555.243

Natuurbeheer

28.544.087

Landschapsbeheer

2.044.662

In de periode voorafgaand aan de ILG-periode 2007 – 2013 zijn de door de Dienst Regelingen (thans
RVO; Rijksdienst voor Ondernemend Nederland), onderdeel van het Ministerie van Economische
Zaken, verplichtingen aangegaan naar particulieren en terrein beherende organisaties voor de
inrichting en beheer van nieuwe natuur. Daarnaast zijn verplichtingen voor functieverandering
aangegaan zodat agrarische grond kon worden omgezet naar natuur. Als gevolg van de afronding van
het Investeringsbudget Landelijk Gebied en het aangaan van het bestuursakkoord Natuur zijn deze
verplichtingen overgegaan naar de provincies. Dit betekent dat de provincie verantwoordelijk is voor de uitfinanciering van de door RVO aangegane verplichtingen, in plaats van het Rijk. Door de Commissie Besluit Begroting en Verantwoording is besloten dat de verantwoordingswijze van subsidies die zijn verstrekt voor 1-1-2014 ongewijzigd blijft. Dit betekent dat de jaarlijks uitbetaalde jaarschijf wordt verantwoord als last en de resterende verplichting wordt toegelicht onder de niet in de balans opgenomen verplichtingen. Verder zijn van de nieuwe 6-jarige beheer contracten, de verplichtingen voor toekomstige beheerjaren meegenomen in het bovenstaande overzicht van niet uit de balans blijkende verplichtingen.

Hierna volgt een gedetailleerd overzicht van alle reserves en voorzieningen, zie ook paragraaf Reserves en voorzieningen. NB: voor 2018 is geen sprake van toerekening van rente aan reserves of voorzieningen. De verminderingen i.v.m. afschrijvingen op activa zijn opgenomen in de kolom Begrote verminderingen.

Totaaloverzicht bij paragraaf reserves en voorzieningen

Saldo

2018

2018

2018

Saldo

2018

Saldo

2019

2019

Nummer

Omschrijving

31 dec. 2017

Begrote

Begrote

Begrote

31 dec. 2018

Resultaat

31 dec. 2018

Begrote

Begrote

Algemene Reserves

Na bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

Verminderingen

Voor bestemming resultaat reserves

Op reserves

Na bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

050001

Reserve voor algemene doeleinden

4.909.606

529.165

2.125.000

3.313.771

3.313.771

2.557.787

050002

Saldireserve

13.124.302

18.408.460

14.483.467

17.049.295

17.049.295

3.493.386

050005

Risicoreserve

27.500.000

1.000.000

26.500.000

1.353.000-

25.147.000

Saldo

2018

2018

2018

Saldo

2018

Saldo

2019

2019

Nummer

Omschrijving

31 dec. 2017

Begrote

Begrote

Begrote

31 dec. 2018

Resultaat

31 dec. 2018

Begrote

Begrote

Bestemmingsreserves

Na bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

Verminderingen

Voor bestemming resultaat reserves

Op reserves

Na bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

060124

Reserve beheer vaarweg Meppel-De Punt

3.176.840

248.465

634.500

2.790.805

2.790.805

248.465

060150

Reserve versterking economische structuur

6.880.961

400.000

1.700.000

5.580.961

1.490.247-

4.090.714

400.000

060199

Reserve Investeringen verkeer en vervoer

41.812.196

2.989.080

750.837

44.050.439

14.937.238

58.987.677

3.403.776

060215

Reserve provinciaal aandeel ILG

9.763.862

1.663.137

2.377.367

9.049.632

166.938

9.216.570

2.371.782

060218

Reserve Regio Specifiek Pakket

25.128.842

383.391

23.004.932

28.882.779

19.634.386

5.497.470

25.131.856

383.437

37.852.240

060221

Financieringsreserve

56.570.462

32.280.000

9.600.000

79.250.462

79.250.462

6.000.000

060222

Reserve Vitaal Platteland

3.095.260

1.889.392

2.840.653

2.143.999

270.125

2.414.124

060223

Cofinancieringsreserve Europa

19.132.844

2.690.032

7.431.900

14.390.976

1.930.674

16.321.650

393.030

060225

Reserve opvang revolverend financieren

14.598.879

6.107.192

20.706.071

372.500-

20.333.571

1.000.000

060227

Reserve natuurbeleid

92.774.280

8.493.778

9.870.213

91.397.845

1.070.307-

90.327.538

12.760.450

060228

Reserve investeringsagenda

24.145.000

6.400.000

21.820.000

8.725.000

8.725.000

5.100.000

060229

Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen

2.231.833

2.142.328

1.936.849

2.437.312

409.764

2.847.076

060230

Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer

12.566.458

2.663.634

5.387.445

9.842.647

2.609.799

12.452.446

1.295.939

060231

Reserve investeringsbijdrage Groningen Airport Eelde

13.650.000

2.785.000

10.865.000

21.811-

10.843.189

060232

Reserve uitvoering generatiepact

300.000

1.628.000

320.000

1.608.000

40.892-

1.567.108

1.366.400

060233

Reserve persoonlijk ontwikkelbudget (POB)

-

-

283.771

283.771

2019

Saldo

2020

2020

2020

Saldo

2021

2021

2021

Begrote

31 dec. 2019

Begrote

Begrote

Begrote

31 dec. 2020

Begrote

Begrote

Begrote

Verminderingen

Voor bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

Verminderingen

Voor bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

Verminderingen

5.871.558

461.949

6.333.507

461.949

12.660.532

7.882.149

461.949

7.636.468

707.630

461.949

894.579

25.147.000

25.147.000

2019

Saldo

2020

2020

2020

Saldo

2021

2021

2021

Begrote

31 dec. 2019

Begrote

Begrote

Begrote

31 dec. 2020

Begrote

Begrote

Begrote

Verminderingen

Voor bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

Verminderingen

Voor bestemming resultaat reserves

Rente

Vermeerderingen

Verminderingen

340.000

2.699.270

248.465

2.947.735

248.465

4.490.714

400.000

4.890.714

400.000

1.885.013

60.506.440

1.472.658

2.171.619

59.807.479

4.084.592

4.831.740

3.751.970

7.836.382

1.127.239

6.709.143

1.121.882

35.249.319

28.118.213

429.000

7.905.495

25.690.212

10.762.496

123.769

5.036.000

9.100.000

76.150.462

-

5.100.000

71.050.462

-

5.100.000

1.443.750

970.374

970.374

13.144.011

3.570.669

4.000.000

2.000.000

5.570.669

2.000.000

2.000.000

21.333.571

21.333.571

11.693.851

91.394.137

1.437.394

11.854.249

80.977.282

12.321.860

16.345.000

2.520.000-

5.100.000

1.920.000

660.000

5.100.000

1.510.000

2.135.413

711.663

2.659.251

3.370.914

2.841.751

2.158.000

11.590.385

1.854.926

2.158.000

11.287.311

1.854.926

2.158.000

1.585.000

9.258.189

1.585.000

7.673.189

1.085.000

416.000

2.517.508

166.400

404.000

2.279.908

166.400

380.000

283.771

283.771

Saldo

2018

2018

2018

2018

Saldo

2019

2019

31 dec. 2017

Vrijgevallen

Toevoegingen

Aanwendingen

31 dec. 2018

Resultaat

31 dec. 2018

Vrijgevallen

Toevoegingen

Nummer

Omschrijving

bedragen

Begroot

ten opzichte begroting

bedragen

Voorzieningen middelen derden

072110

Voorziening spaarhypotheken

2.147.093

100.000

250.000

1.997.093

697.091-

1.300.002

100.000

083185

Voorziening monitoring voormalige stortplaatsen

1.108.924

1.108.924

6.957-

1.101.967

083186

Voorziening Grondwaterheffing

1.120.392

700.000

700.000

1.120.392

47.887-

1.072.505

700.000

Voorzieningen ter egalisering van kosten

083173

Voorziening groot onderhoud provinciehuis

1.429.096

339.317

591.981

1.176.432

360.344

1.536.776

364.826

083177

Voorziening groot onderhoud Drents Museum

364.905

151.128

58.098

457.935

4.185

462.120

151.128

083182

Voorziening groot onderhoud Depot Drents Museum

87.520

41.787

35.779

93.528

35.779

129.307

31.947

41.787

083187

Voorziening meerjaren onderhoud Huize Tetrode

-

10.565

10.565

10.565

10.565

Voorzieningen verplichtingen, verliezen en risico's

083181

Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa)

7.905.591

290.000

350.000

7.845.591

291.863

8.137.454

290.000

-

2019

2020

2020

2020

2021

2021

2021

Aanwendingen

31 dec. 2019

Vrijgevallen

Toevoegingen

Aanwendingen

31 dec. 2020

Vrijgevallen

Toevoegingen

Aanwendingen

31 dec. 2021

Begroot

bedragen

Begroot

bedragen

Begroot

250.000

1.150.002

100.000

250.000

1.000.002

100.000

250.000

850.002

1.101.967

1.101.967

1.101.967

700.000

1.072.505

700.000

700.000

1.072.505

700.000

700.000

1.072.505

386.843

1.514.759

339.317

429.490

1.424.586

339.317

132.253

1.631.650

251.217

362.031

151.128

88.373

424.786

151.128

152.284

423.630

3.832

135.315

41.787

386

176.716

41.787

45.750

172.753

2.907

18.223

10.565

-

28.789

10.565

7.375

31.979

350.000

8.077.454

290.000

350.000

8.017.454

290.000

350.000

7.957.454

Gebeurtenissen na balansdatum

Bij het opmaken van de jaarrekening is geen sprake van gebeurtenissen na balansdatum die op grond van het BBV moeten worden verwerkt en/of toegelicht in de jaarrekening.

ga terug