Jaarverslag 2018

I.2.8 Reserves en voorzieningen

Cofinancieringsreserve Europa

Cofinancieringsreserve Europa

060223

Cofinancieringsreserve Europa

Verloop

2018

2019

2020

2021

2022

Saldo aanvang jaar (1)

19.132.845

16.321.650

3.570.669

5.570.669

5.570.669

Begrote onttrekking (2)

7.431.900

13.144.011

2.000.000

2.000.000

2.000.000

Begrote toevoeging (3)

2.690.032

393.030

4.000.000

2.000.000

2.000.000

Begrote lasten programma (4)

4.741.868

12.750.981

2.000.000

2.000.000

2.000.000

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

2.811.195

12.750.981

2.000.000

2.000.000

2.000.000

Begrote baten programma (6)

-

-

Werkelijke/beoogde baten programma (7)

-

-

060223 Cofinancieringsreserve Europa

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van Europese programma's en projecten.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012

Portefeuillehouder

Tjisse Stelpstra

Teamleider

Mirjam Kramer

Programma

8: Middelen

Toelichting

In het visiestuk “Koers in onzekere tijden” hebben wij aangegeven dat we het economisch beleid richten op de cofinancieringsmogelijkheden van het Europees beleid. Om in te kunnen spelen op de goede mogelijkheden in de nieuwe EU-periode (2014-2020), is destijds een Cofinancieringsreserve Europa gevormd met een startvermogen van € 24 miljoen. Goed inspelen op cofinancieringsmogelijkheden van Europees beleid vergt meer maatwerk. Dit betekent dat wij ook zelf meer actief kansen zoeken en creëren. Hiervoor is de Cofinancieringsreserve Europa een belangrijk middel.

De ontwikkeling van (regionale) Europese programma's is in zichzelf een complex (onderhandelings-)proces langs vele schaakborden met nog wijzigende spelregels. Omvang, vorm en inhoud van de programma’s stonden in de beginfase dan ook nog niet vast. Destijds schatten wij in dat wanneer de provincie de Europese Programma's (EFRO, INTERREG, en POP) voor de periode 2014-2020 adequaat wil financieren (met het doel een goed resultaat voor Drenthe te behalen), een eigen inleg noodzakelijk is voor een programmaperiode van 7 jaar (2014-2020). Aan het begin van de Europese programmaperiode schatten wij in dat er een financieringsbehoefte was van € 3,1 miljoen per jaar. De "omzet" die daarmee wordt gerealiseerd bedraagt naar schatting € 100 miljoen, ofwel € 14 miljoen per jaar. Wij hebben u in voorgaande begrotingen gemeld, dat, mocht duidelijk worden dat de cofinancieringsbehoefte (per jaar) hoger of lager uitvalt dan toen ingeschat, in de toekomst bijstelling nodig is.

Wat was in 2018 gepland?

Een onttrekking van € 7.431.900,-- ten behoeve van het cofinancieren van Europese projecten POP3, EFRO en INTERREG. Een begrote toevoeging van € 2.690.032,-- door het actualiseren van de uitgaven tijdens de 2e Bestuursrapportage, het verschil is weer toegevoegd aan de reserve. Per saldo werd een onttrekking begroot van € 4.741.868,--

Wat is in 2018 gerealiseerd?

Er is een bedrag van € 2.811.195,-- ingezet als cofinanciering voor Europese projecten.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Door het niet tijdig afronden van een aantal openstellingen POP3 en minder aangevraagde EFRO subsidie dan geraamd is er een overschot ontstaan ad €1.930.673,-- dat gedeeltelijk in 2019 ingezet zal gaan worden om de nu niet afgeronde openstellingen alsnog te financieren.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen

De onderuitputting in 2018 wordt in 2019 toegevoegd aan de exploitatie.

ga terug