Jaarverslag 2018

I.2.8 Reserves en voorzieningen

Reserve Investeringen verkeer en vervoer

Reserve Investeringen verkeer en vervoer

060199

Reserve Investeringen verkeer en vervoer

Verloop

2018

2019

2020

2021

2022

Saldo aanvang jaar (1)

41.812.196

58.987.678

60.506.441

59.807.480

59.060.332

Begrote onttrekking (2)

750.837

1.885.013

2.171.619

4.831.740

5.360.550

Begrote toevoeging (3)

2.989.080

3.403.776

1.472.658

4.084.592

3.701.491

Begrote lasten programma (4)

5.317.782

4.974.473

6.937.993

10.255.695

11.123.419

Werkelijke/beoogde lasten programma (5)

3.735.525

4.974.473

6.937.993

10.255.695

11.123.419

Begrote baten programma (6)

-

Werkelijke/beoogde baten programma's (7)

13.354.982

060199 Reserve Investeringen verkeer en vervoer

Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)

Egaliseren van de kapitaallasten van infrastructurele investeringen.

Instellingsbesluit

Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005

Portefeuillehouder

Henk Brink

Teamleider

Eddy Diekema

Programma

3: Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer

Toelichting

Geraamd zijn de onttrekkingen ter dekking van de kapitaallasten met betrekking tot investeringen verkeer en vervoer. Het betreffen zowel de investeringen uit het Investeringsprogramma 2010 als de investeringen die gemoeid zijn met het lopende IVV tot en met 2015 alsook het investeringsprogramma 2016-2020. Ook het nieuwe Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IVV) dat beschikbaar is gesteld bij de VJN 2018 is meegenomen. De reserve is een soort egalisatiefonds en wordt gevoed met een jaarlijkse dotatie. Met dit bedrag worden zowel de investeringen IVV-oud als de lopende gedekt en de lasten daarvan zijn aflopend. Hierdoor is het normbedrag bijgesteld tot een bedrag van € 8.762.869,-- in 2022. Het normbedrag is een bedrag dat per saldo beschikbaar is voor kapitaallasten m.b.t. verkeers- en vervoersprojecten. Zijn de daadwerkelijke lasten hoger of lager dan worden de afwijkingen verrekend met deze reserve.

Wat was in 2018 gepland?

Op basis van het normbedrag voor 2018 van € 4.566.945,-- en de kapitaallasten van € 5.317.782,-- is begroot om een bedrag van € 750.837,-- aan de reserve te onttrekken.

Wat is in 2018 gerealiseerd?

De begrote toevoegingen en onttrekkingen zijn gerealiseerd. Daarnaast is een bedrag van € 1.582.257,-- extra aan de reserve toegevoegd wegens onderbesteding van de lasten en is een niet begroot voordeel van € 13.354.982,-- met deze reserve verrekend.

Wat zijn de oorzaken van eventuele afwijkingen?

Vanaf 2018 moeten loonkosten op investeringen geactiveerd worden. Hiervoor was een bedrag, op basis van de jaaromzet, van € 974.080,-- geraamd. Het blijkt echter niet reëel urenactivering te koppelen aan kostenrealisatie, omdat juist in de fases voorafgaande aan de realisatie een groot aantal uren wordt besteed aan ontwerp e.d. Dit heeft ertoe geleid dat we alsnog een bedrag van 765.781,-- gestort hebben in de Reserve Investeringen verkeer en vervoer om de hogere kapitaallasten voortkomende uit activering uren te kunnen dekken. Daarnaast heeft een storting van € 816.476,-- in de Reserve Investeringen verkeer en vervoer plaatsgevonden omdat de kapitaallasten voor 2018 te hoog waren begroot.  Tot slot is een niet begroot voordeel van € 13.354.982,-- met de reserve verrekend.  Dit voordeel vloeit voort uit een correctie op de bijdragen vanuit de provinciale BDU verkeer en vervoer regeling aan de eigen provinciale investeringsprojecten. Het gaat hierbij om een correctie op eigen bijdragen over 2016 en eerder. Deze bijdragen mogen volgens de voorschriften van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) vanaf 2017 niet meer in mindering gebracht worden op het te activeren actief. Wel is het mogelijk deze bijdragen te storten in de Reserve Investeringen verkeer en vervoer en dan vervolgens deze stortingen te gebruiken ter dekking van de hogere kapitaallasten.

Wat is het (meerjarige) effect van eventuele afwijkingen

N.v.t.

ga terug